Arbeidsrecht

Het arbeidsrecht: change ahead

In eerdere nieuwsbrieven hebben wij u bijgepraat over de plannen voor fundamentele wijzigingen in het arbeidsrecht. Achtereenvolgens passeerden het wetsvoorstel Koser Kaya, het Kunduz-akkoord, het regeerakkoord en het sociaal akkoord de revue. Verschillende interessante opties worden daarin omarmd en weer losgelaten. Waar staan we vandaag? Een overzicht.

De wijzigingen waarmee ondernemers op het gebied van het arbeidsrecht rekening moeten houden zien op verschillende terreinen. Ik sta hierna kort stil bij de belangrijkste plannen tot:

1. modernisering van het ontslagrecht en verkorting van de WW;
2. aanpassing van de regelgeving rond contracten voor bepaalde tijd; en
3. afschaffing van de stamrechtvrijstelling.

Modernisering van het ontslagrecht en verkorting van de WW
De twee zwaarste thema’s die in de verschillende plannen naar voren komen zijn de fundamentele modernisering van het ontslagrecht en de herziening van de Werkloosheidswet (WW). Deze plannen zijn met het sociaal akkoord niet verdwenen, maar wel uitgesteld. Tot 2016. Of de plannen tegen die tijd daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd en, zo ja, in welke vorm, is nog koffiedik kijken. Dat de invoering, in weerwil van het sociaal akkoord, naar voren wordt gehaald, zoals D66 bij de algemene beschouwingen heeft bepleit, lijkt niet waarschijnlijk.

De voorgenomen plannen laten zich als volgt samenvatten:

Modernisering ontslagrecht:
Partijen bij het sociaal akkoord en de regering zetten in op een fundamentele wijziging van het ontslagrecht. De eerste versies van deze plannen werden eerder ook wel aangeduid als “versoepeling van het ontslagrecht”, maar die kwalificatie lijkt toch niet meer op te gaan. In de huidige plannen wordt het systeem van een preventieve ontslagtoets namelijk behouden en blijft die toets bovendien inhoudelijk nagenoeg gelijk. In gevallen van ontslag wegens bedrijfseconomische redenen zal de weg langs het UWV (aanvraag ontslagvergunning) in principe weer de enige route moeten worden. De kantonrechter komt in beeld bij disfunctioneren en andere ontslaggronden die in de persoon van de werknemer zijn gelegen.

Daarnaast krijgen alle werknemers die tenminste 2 jaren in dienst zijn geweest recht op een zogenaamde transitievergoeding, ook als het gaat om een contract voor bepaalde tijd dat afloopt. Deze transitievergoeding kan worden gebruikt voor scholing, maar is ook voor andere doeleinden.

Verkorting WW-duur
Het plan is nu om de maximale WW-duur vanaf 2016 geleidelijk terug te brengen, zodat deze in 2019 niet meer 38, maar 24 maanden is. De wijziging zou niet gaan gelden voor huidige WW-ers en voor ouderen zouden er overgangsmaatregelen komen. Een ander belangrijk plan is dat de uitvoering van de WW in handen zou moeten komen van de sociale partners.

Aanpassing regelgeving rond contracten voor bepaalde tijd
Het kabinet wil het gebruik van flexibele arbeidsvormen beperken. De belangrijkste voorgestelde maatregel is dat medewerkers sneller in aanmerking zouden moeten komen voor een contract voor onbepaalde tijd. Om dat te bereiken wil het kabinet de maximale totale duur van elkaar opvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd terugbrengen van 3 naar 2 jaar. Bij overschrijding van die 2 jaren of het maximale aantal van 3 opvolgende contracten, zal het contract van rechtswege overgaan in een contract voor onbepaalde tijd.

De periode die moet verstrijken voordat een nieuwe telling aanvangt wordt opgerekt. Deze moet van 3 naar 6 maanden gaan. Verder zou het onmogelijk moeten worden een proeftijd overeen te komen in een contract voor minder dan 6 maanden en zou ook een concurrentiebeding in dit type arbeidsovereenkomst alleen nog mogelijk zijn indien voldoende gemotiveerd.

Deze wijzigingen zouden niet in 2016, maar al per 1 januari 2015 moeten ingaan.

Afschaffing stamrechtvrijstelling
In de miljoenennota is aangekondigd dat de stamrechtvrijstelling per 1 januari 2014 tot het verleden zou moeten behoren. Dat zou betekenen dat de afstorting van ontslagvergoedingen in bijvoorbeeld een stamrecht-b.v., maar ook in andere producten die van die vrijstelling gebruik maken, zoals bepaalde vormen van banksparen, tot het verleden behoren. Over de te betalen ontslagvergoeding dient dan dus altijd direct te worden afgerekend.

Verder is interessant dat er vermoedelijk een overgangsjaar komt waarin bestaande stamrechten kunnen “vrijvallen”. Om deze vrijval te stimuleren zou dan slechts over 80% van het bedrag belasting moeten worden betaald.

Tot zo ver de stand van zaken per verdaag. Bij dit alles mag niet uit het oog worden verloren dat er op dit ogenblik wordt onderhandeld over de begroting en de bovenstaande onderwerpen. Dus ook wat de inhoud van de plannen betreft geldt ongetwijfeld: change ahead.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ron Andriessenmr. Francis ten Broeke of mr. Liza Krijgsheld van de sectie Arbeidsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: